Veel mensen met een slechte adem merken dit zelf niet maar hun omgeving wel. Er is een eenvoudige en betrouwbare manier om erachter te komen of jij last hebt van een slechte adem. Vraag het aan jouw partner, een andere vertrouwde persoon, jouw tandarts of mondhygiënist.
Een slechte adem kan verschillende oorzaken hebben. Het kan veroorzaakt worden door voeding, verschillende dranken, roken, maar het kan ook veroorzaakt worden door tand- of tandvleesontstekingen. Indien het veroorzaakt wordt door tand- of tandvleesontstekingen, is de slechte adem niet tijdelijk maar continu aanwezig. Heb je het idee dat dit bij jou aan de orde is of wil je jouw mondhygiëne laten controleren? Maak dan een afspraak bij onze mondhygiëniste, preventie medewerkster of bij de tandarts.
Een goede of slechte smaak in de mond zegt niets over een slechte adem. Iemand kan tijdelijk een slechte adem hebben, dit wordt dan veroorzaakt door bijvoorbeeld eten van gekruid voedsel, drinken van alcohol of roken. Maar je kunt ook continu last hebben van een slechte adem, dit wordt ook wel halitose genoemd. De oorzaak heeft weinig of niets te maken met wat jij eet of drinkt. De belangrijkste boosdoeners zijn tand- of tandvleesontstekingen en de aanwezigheid van bacteriën en voedselresten in de mond. De bacteriën produceren zwavel en dat ruikt onaangenaam. Om halitose vast te stellen, is een diagnose van de tandarts of mondhygiënist nodig. Deze vorm van slechte adem komt bij ongeveer één op de zeven mensen voor. Halitose gaat niet vanzelf voorbij en is in de meeste gevallen te verhelpen.
Voeding, dranken en roken
Wie bijvoorbeeld knoflook, uien of kruiden heeft gegeten, alcohol heeft gedronken of heeft gerookt, kan een onaangename lucht uitademen. Die geur is van tijdelijke aard en kun je voorkómen of maskeren.
Oplossing: Om de onaangename lucht te voorkomen, zou je de producten niet moeten gebruiken. Om de nare geuren tijdelijk te maskeren kun je iets eten of drinken, bijvoorbeeld suikervrije kauwgom of jouw tanden poetsen met een verfrissende tandpasta.
Ontstoken tand of tandvlees
Vaak is een ontstoken tand of ontstoken tandvlees de oorzaak van een slechte adem. De ontstekingsbacteriën produceren een onaangename zwavelgeur. Als je de tandplak op en tussen jouw tanden en kiezen niet goed verwijdert, heb je niet alleen een grotere kans op het krijgen van gaatjes, maar raakt ook jouw tandvlees ontstoken. Niet verwijderde tandplak kan hard worden en verkalken tot tandsteen. Aan tandsteen hecht zich makkelijk weer nieuwe tandplak, waardoor jouw tandvlees steeds meer ontstoken kan raken. De bacteriën tussen jouw tanden en kiezen kunnen ook een nare zwavelgeur veroorzaken.
De oplossing: Met een wortelkanaalbehandeling kan de tandarts de ontsteking in de tand of kies verhelpen. Ontstoken tandvlees kun je voorkomen als je tweemaal twee minuten per dag met fluoridetandpasta jouw tanden poetst. Reinig daarnaast eenmaal per dag de ruimten tussen jouw tanden en kiezen met ragers, flossdraad of tandenstokers. Vraag de tandarts of mondhygiënist om een goede poetsinstructie. Het kan zijn dat er ook een uitgebreide gebitsreiniging nodig is door de tandarts of mondhygiënist.
Bacteriën achter op de tong
Op het achterste gedeelte van de tong zijn bacteriën en voedselresten (tongbeslag) aanwezig. De bacteriën produceren zwavel en dat ruikt onaangenaam. Op ruwe tongen blijven makkelijker voedselresten achter dan op gladde tongen. Iemand met een ruwe tong heeft meer kans op tongbeslag en dus op halitose. Ouderen hebben meer tongbeslag dan jongeren.
De oplossing: Reinig jouw tong dagelijks met een tongreiniger. Schraap het tongbeslag in ongeveer vijf keer van jouw tong af. Schraap over de hele breedte van de tong, dus in het midden en aan de linker- en rechterkant van de tong. Hoe verder je achter op jouw tong komt, hoe meer je kunt weghalen. Reinig jouw tong twee keer per dag, het liefst ’s ochtends en ’s avonds. Onderzoek toont aan dat het reinigen van de tong met een tongreiniger effectiever is dan met een tandenborstel. Levert het tongreinigen onvoldoende resultaat op? Dan is aanvullende verzorging nodig. Soms moet je naast het tongreinigen de bacteriën die jouw slechte adem veroorzaken, bestrijden met een mondspoel-, gorgelmiddel en/of een mondspray. Tongreinigers, mondspoel-, gorgelmiddelen en mondsprays zijn zonder recept verkrijgbaar.
Hoe gebruik je een tongschraper?
- Steek jouw tong zo ver mogelijk uit jouw mond.
- Plaats de tongreiniger zo ver mogelijk achter op jouw tong. Oefen kracht uit op de schraper en druk jouw tong plat. Zorg ervoor dat de tongreiniger goed contact maakt met jouw tong. In het begin zul je op dit moment kokhalzen. Als je het vaker doet, leer je de reiniger zo te plaatsen dat je een kokhalsreactie tot een minimum beperkt.
- Trek de tongreiniger langzaam naar voren in jouw mond.
- Maak de reiniger schoon onder stromend water.
- Herhaal de procedure ongeveer vijf keer.
- Spoel jouw mond goed na met water.
- Reinig en droog de tongreiniger en bewaar deze tot volgend gebruik.
Een paar tips voor een goede mondhygiëne:
- Poets ieder dag minimaal 2 keer je tanden. Tandpoetsen is namelijk de basis voor een goede mondhygiëne. Een goede poetsbeurt duurt minimaal twee minuten.
- Vergeet niet de ruimte tussen je tanden en kiezen ook goed schoon te maken. Vaak kom je hier niet goed bij met je elektrische tandenborstel. Daarom adviseren wij om de ruimten tussen je tanden en kiezen eenmaal per dag te reinigen met ragers, flossdraad of tandenstokers. Vraag aan de behandelaar wat voor jouw gebit het beste werkt.
- Vervang je tandenborstel elke drie maanden of eerder als de haarbosjes uit elkaar gaan staan.
- Gebruik fluoridetandpasta. Fluoride maakt tandglazuur sterker en minder goed oplosbaar in zuur.
- Gebruik geen zure producten één uur voor het tandenpoetsen. Het zuur tast namelijk het tandglazuur aan. De borstel en de tandpasta hebben een schurende werking. Als je direct na het eten of drinken van zuur je tanden poetst, kun je het tandglazuur gemakkelijk wegpoetsen. Hierdoor slijt je gebit sneller.
- Suikervrij kauwgom beschermt je gebit. Door het kauwen van kauwgom, activeer je de productie van speeksel. Speeksel neutraliseert zuren uit voedsel en dranken en beschermt hierdoor je gebit tegen tanderosie.
- Ga tweemaal per jaar naar de tandarts en mondhygiëniste of preventiemedewerkster. Je gebit wordt goed gecontroleerd en je krijgt begeleiding om je mond gezond te houden.
Droge mond
Slechte adem komt vaak voor bij mensen met een droge mond. Monddroogheid kan ontstaan door een te geringe speekselproductie of voortkomen uit het ademhalen door de mond. Bepaalde medicijnen hebben een droge mond als bijwerking.
De oplossing: Ga met jouw droge mondklachten naar de tandarts of mondhygiënist. De behandelaar geeft je advies op maat om jouw klachten zo mogelijk te beperken. Wie een droge mond heeft, doet er goed aan regelmatig water te drinken.
Herken jij jezelf in bovenstaand verhaal en wil je een afspraak met de mondhygiëniste, preventiemedewerkerster of tandarts? Neem dan contact op met één van onze receptionistes.
Bron: Ivoren kruis